woensdag 7 september 2011

De Vinschgau

25 Augustus 2011 Vilpian-Prad

Bij het overigens uitstekend ontbijt worden we verwezen naar een tafeltjes binnen in plaats van ons idee om buiten op het terras te ontbijten. “Het terras is reeds gereserveerd voor de gasten die een week blijven” aldus de oude vrouw die gisteren reeds afstandelijk was en niet van plan is dit te veranderen. De oude man, haar man, is precies het tegenovergestelde, altijd in voor een praatje. Hij staat dan ook pontificaal aan het eind van het buffet waardoor het moeilijk is om hem te ontwijken indien men dat wilt. Hij bepaalt de sociale factor van het hotel en zij zorgt uitstekend ervoor dat alle gasten krijgen waarvoor ze betaald hebben maar niet onder het motto “service with a smile”. Het zij zo.

Vandaag gaat de Val d’Adige over naar het gebied van de Vinschgau. Romantische burchten en ruines, stokoude dorpskerkjes en mooie weggetjes tussen uitgestrekte appelboomgaarden tegen een decor van hoge bergen vormen de route waar we doorheen fietsen. Het Vinschgau is het droogste dal in de Oostalpen. Al lang geleden begonnen de boeren hier met de aanleg van kilometers irrigatiekanalen en –goten die het water van hoog uit de bergen aanvoeren en over de landerijen verdelen.

We fietsen vandaag veel vals plat en een paar echte hellingen. We beginnen de dag in Vilpian op een hoogte van 400mtr en eindigen in Prad op een hoogte van 900mtr boven zeespiegel. Niet vreemd dat het langzaam omhoog gaat aangezien deze dag de voorloper is van de Reschenpas die we morgen gaan beklimmen. Ook hebben we te kampen met een fikse tegenwind want in de Vinschgau waait doorgaans vanaf de Reschenpas een straffe wind, de zogenaamde “Reschenwind”.

Door de hitte verlangen we erg naar een verfrissen regenbui. Aan onze wens wordt op een andere manier voldaan. Zo blij als een kind rijden we af toe door de koele waternevels van de sproei-installaties die gedeeltelijk over de fietspaden sproeien. Heerlijk! Echter na het opdrogen van onze kleren is het eigenlijk niet zo heerlijk. Het water van de sproeiers is geen kraanwater maar wordt opgepompt uit naastliggende stilstaande beekjes. We ruiken dan ook niet al te fris meer.

Moe en verhit komen we aan het eind van de dag aan in Prad. Af en toe hebben we spijt dat we de tent toch niet meegenomen hebben. Op een camping is wel altijd een plekje om je tent op te zetten. Nu moeten we weer op kamerjacht. Dan weer vol, dan weer ergens boven op een berg, dan weer gesloten door vakantie. Op de bonnefooi vraagt Monique uiteindelijk maar in een hotel in het centrum of er nog plaats is. Tot onze vreugde is er plaats en ook krijgen we een kamer met balkon die constant in de schaduw ligt. Het ontbijt is normaal om 07H30 maar als de eigenaar hoort dat we vroeg willen vertrekken aangezien de Reschenpas op het programma staat zegt hij ons toe dat wij reeds om 06H45 kunnen ontbijten. Hij zal ervoor zorgen dat hij dan aanwezig is. Mooi dat een hotel met je meedenkt.

Op onze kamer kokkerellen we met onze branders een maaltijd bij elkaar en tegen de avond gaan we nog even de stad in. Daar lopen leden van een muziekkorps in Tiroolse outfit rond. Monique maakt een grapje graag op de foto te willen met deze stevige mannen. Aangezien zij een mooie kamer heeft georganiseerd ben ik niet te beroerd om haar wens in vervulling te laten gaan.

De lamp gaat eerder uit dan normaal. We moeten goed rusten want morgen wordt het een heftige dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten