26 Augustus 2011 Prad-Ried
Zoals afgesproken met de eigenaar zitten we om 06H45 alleen in de gezellige eetzaal van het hotel. Het ontbijtbuffet biedt voor elk wat wils maar mijn oog valt meer voor de koolhydraatrijke dingen. Brandstof voor de spieren want vandaag moeten we de Reschenpas oprijden naar een top van 1520 meter boven zeespiegel. 940 hoogtemeters geduwd in een afstand van 12 kilometer met stijgingspercentages tussen de 8%-19%. Een echte killer voor de benen. Dus het gekookt eitje wordt gelaten voor wat die is. Eerst maar een bordje muesli met honing en melk, gevolgd door 2 glazen jus d’orange en ter afsluiting 3 broodjes jam. De energietank is goed gevuld.
Buiten pomp ik nog wat extra lucht in de bandjes en krijgt de ketting nog wat olie. Alles voor een goede rit bergop. We laden we de fietsen op rijden langzaam, onze spieren opwarmend, richting Glurns. Het weer is wat drukkend maar we zijn blij dat we de koelte van de ochtend nog kunnen voelen. We zijn alle twee wat gespannen en nerveus.
Na het dorpje Glurns begint de pas zich meteen voor te stellen in de vorm van een mix tussen vals plat en bergop. Net genoeg stijging om de spieren aan te moeten spreken en qua afstand net lang genoeg om een lichte verzuring in de benen te voelen. Meteen hierna begint het echte klimwerk. Monique zakt langzaam weg naar achter. Alle twee beginnen we ons eigen tempo te rijden. Ploeterend veroveren we meter na meter de supersteile pas. Even een minuut uithijgen, zweet afvegen, wat drinken en daarna weer door naar boven tot het weer niet meer gaat. Terwijl ik met mijn tong op de schoenen weer even sta uit te hijgen zie ik Monique reeds kort achter mij aankomen. Petje af voor haar. Dat zullen niet veel vrouwen haar nadoen. Op een pleintje met fonteintje ergens midden op de pas spreekt een man haar bewonderd toe. Hij vindt het super wat zij aan het doen is en steekt zijn duim op. Dat ik een paar seconden geleden hoestend en proestend aan hem voorbij reed vindt hij voor mij geen kunst. Gelijk heeft hij wel voor wat Monique betreft dat is zeker!
Met fel protesterende spieren komen we op de top aan en rijden heerlijk langs het fietspad van de Reschensee. Deze Reschensee is ontstaan in 1950 door de aanleg van een stuwdam waarbij het plaatsje Graun geheel onder water is verdwenen. Als bewijs steekt alleen nog de top van de romaanse kerktoren boven het water uit. Iets verderop is een nieuwe dorp Graun gebouwd.
Zo hard als we gewerkt hebben om de pas naar boven te komen zo heerlijk kunnen we hem aan de andere kant naar beneden suizen richting Ried. Een lange heerlijke afdaling van 7 kilometer vals plat waarbij we de Oostenrijkse grens passeren en daarna 6 kilometer een afdaling van 7% met ongeveer 10 haarspeldbochten. Na enkele kilometers gaan we over van Oostenrijk naar Zwitserland door het plaatsje Martina en gaan hierna weer over de grens naar Oostenrijk. Dus op 1 dag van Italiƫ naar Oostenrijk, van Oostenrijk even naar Zwitserland en weer terug naar Oostenrijk.
In Ried, bij sneeuw een toevluchtsoord voor Nederlandse wintersporters, fietsen we meteen naar het Toeristenbureau voor kamerbemiddeling en heeft ze een leuk adresje voor ons. De kamer is dik in orde en het goedkoopste in wat we deze dagen hebben kunnen krijgen, 50 euro inclusief ontbijt. Maar het is vooral het ouder echtpaar die de B&B beheert die ons op ons gemak doen voelen. Hij spreekt ons constant aan met het moeilijk verstaanbare zuid Tirools dialect (hoelaat we het ontbijt willen en dat we dat aan zijn vrouw moeten doorgeven) en zij vraagt moederlijk steeds dezelfde vragen zo vergeetachtig als ze is (hoelaat willen jullie het ontbijt). Het zijn lieve mensen.
Op TV is het weerbericht voor morgen niet mals. De hele dag fikse regenbuien en overmorgen wordt het niet beter. De vrouw des huizes stelt ons gerust dat het zo’n vaart wel niet zal lopen. We hopen het want overmorgen staat de Arlbergpas voor de deur en die is net een graadje erger dan de Reschenpas. Dat wordt spannend.
woensdag 7 september 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten